Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Speltherapiepraktijk Carla Roos is verantwoordelijk voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn cliënten en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van dienstverlening aan cliënten die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling; dat van de beroepskrachten die werkzaam zijn bij speltherapiepraktijk Carla Roos op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met cliënten attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen; dat speltherapiepraktijk Carla Roos een meldcode wenst vast te stellen zodat de beroepskrachten die binnen speltherapiepraktijk Carla Roos werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; dat speltherapiepraktijk Carla Roos in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt; dat onder huiselijk geweld wordt verstaan: lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld, of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring. Waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele, psychische of economische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer. Daaronder worden ook begrepen ouderenmishandeling, geweld tegen ouders, vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en eergerelateerd geweld. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: familieleden, huisgenoten, de echtgenoot of voormalig echtgenoot, of (ex-) partner, mantelzorgers; dat onder kindermishandeling wordt verstaan: elke vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Daaronder is ook begrepen eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, vrouwelijke genitale verminking en het als minderjarige getuige zijn van huiselijk geweld tussen ouders en/of andere huisgenoten; dat onder beroepskracht in deze code wordt verstaan: de beroepskracht die voor speltherapiepraktijk Carla Roos werkzaam is en die in dit verband aan cliënten van de organisatie speltherapie biedt; dat onder cliënt in deze code wordt verstaan: iedere persoon aan wie de beroepskracht zijn professionele diensten verleent. In aanmerking nemende de Wet bescherming persoonsgegevens; de Jeugdwet, en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, WBGO en WkkGZ.

Speltherapiepraktijk Carla Roos stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling vast:

Stap 1: In kaart brengen van signalen

  • Wanneer de beroepskracht, werkzaam bij speltherapiepraktijk Carla Roos signalen krijgt die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten worden deze in kaart gebracht en vastgelegd in het dossier van de cliënt.
  • Eveneens worden de contacten over de signalen, de vervolgstappen en de besluiten die worden genomen vastgelegd in het dossier van de cliënt.
  • Speltherapiepraktijk Carla Roos hanteert signaleringslijsten van het NJI 
  • In het dossier worden de signalen zo feitelijk mogelijk beschreven en wordt er uitdrukkelijk bij vermeld wanneer het gaat om hypothesen en veronderstellingen.
  • Wanneer er informatie van derden wordt vastgelegd wordt de bron vermeld.
  • Diagnoses worden alleen benoemd wanneer deze door een professional zijn vastgesteld.
  • De kindcheck is niet van toepassing aangezien de cliënten zelf minderjarig zijn.

Stap 2: Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van Veilig Thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding

  • Bespreek de signalen met een deskundige collega. Vraag zo nodig ook advies aan Veilig Thuis of aan een deskundige op het gebied van letselduiding, als er behoefte is aan meer duidelijkheid over (aard en oorzaak) van letsel.
  • Veilig Thuis Zuid-Holland-Zuid (Gorinchem en Strijen) Johan de Wittstraat 40b, 3311KJ Dordrecht 078 63 34 980
  • Veilig Thuis West-brabant  (Gemeente Altena) Sint Ignatiusstraat 253, 4817 KK Breda 076 52 33 466
  • CJG Altena 0183 51 60 60 (gemeente Altena)
  • Jeugdteams Zuid-Holland-Zuid
  • Bij specifieke vormen van geweld over mogelijke risico’s van vervolgstappen Is er binnen Speltherapiepraktijk Carla Roos onvoldoende kennis. Wanneer er mogelijk sprake zou kunnen zijn van specifieke vormen van geweld, zoals eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, seksueel misbruik en vrouwelijke genitale verminking, dan wordt altijd advies aan Veilig Thuis gevraagd over de vervolgstappen. Dit advies is ook van belang om mogelijke veiligheidsrisico’s van eventuele vervolgstappen zorgvuldig te kunnen afwegen.
  • De uitkomsten van de collegiale consultatie en/of het gegeven advies worden vastgelegd in het cliëntdossier.

Stap 3: Gesprek met de cliënt

  • Bespreek de signalen met de cliënt en wees bewust van het niveau van aanspreken. (ook hier kan contact met een deskundige collega en/of Veilig thuis helpend zijn):
  1. leg de cliënt het doel uit van het gesprek;
  2. beschrijf de feiten die u hebt vastgesteld en de waarnemingen die u hebt gedaan;
  3. nodig de cliënt uit om een reactie hierop te geven;
  4. kom pas na deze reactie zo nodig met een interpretatie van hetgeen u hebt gezien, gehoord en waargenomen.
  • Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de cliënt, is alleen mogelijk als:
  1. er concrete aanwijzingen zijn dat de veiligheid van de cliënt, die van u zelf, of die van een ander in het geding is, of zou kunnen zijn;
  2. als u goede redenen hebt om te veronderstellen dat de cliënt door dit gesprek het contact met u zal verbreken en dat de cliënt daardoor niet voldoende meer kan worden beschermd tegen het mogelijk geweld.

Stap 4: Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en vraag in geval van twijfel altijd (opnieuw) advies aan Veilig Thuis.

  • Weeg op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de cliënt het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling.
  • Maak bij het inschatten van het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling gebruik van een risicotaxatie-instrument als een dergelijk instrument binnen uw organisatie of praktijk beschikbaar is.
  • Raadpleeg in geval van twijfel altijd (opnieuw) Veilig Thuis. De medewerkers van Veilig Thuis bieden ondersteuning bij het wegen van het geweld en van de risico’s op schade en zij kunnen adviseren over vervolgstappen.

Stap 4A:

  • Het wettelijk meldrecht voor huiselijk geweld en kindermishandeling biedt alle beroepskrachten met een beroepsgeheim of een andere zwijgplicht, het recht om een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld te melden, ook als zij daarvoor geen toestemming hebben van hun cliënt.
  • Dit wettelijk meldrecht maakt een inbreuk mogelijk op het beroepsgeheim van bijvoorbeeld artsen, psychiaters, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, psychologen, pedagogen, verloskundigen en werkers in de jeugdzorg of in de reclassering.

Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden

Hulp organiseren en effecten volgen.

Meent u, op basis van uw afweging in stap 4, dat u uw cliënt en zijn gezin redelijkerwijs voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling kunt beschermen:

  • organiseer dan de noodzakelijke hulp;
  • volg de effecten van deze hulp;
  • doe alsnog een melding als er signalen zijn dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint.

Melden en bespreken met de cliënt.

Kunt u uw cliënt niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling beschermen of twijfelt u eraan of u voldoende bescherming hiertegen kunt bieden:

  • meld uw vermoeden bij Veilig Thuis;
  • sluit bij uw melding zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk aan indien de informatie die u meldt (ook) van anderen afkomstig is;
  • overleg bij uw melding met Veilig Thuis wat u na de melding, binnen de grenzen van uw gebruikelijke werkzaamheden, zelf nog kunt doen om uw cliënt en zijn gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling te beschermen.

Bespreek uw melding vooraf met uw cliënt (vanaf 12 jaar) en of met de ouder (als de cliënt nog geen 16 jaar oud is):

  • leg uit waarom u van plan bent een melding te gaan doen en wat het doel daarvan is;
  • vraag de cliënt uitdrukkelijk om een reactie;
  • in geval van bezwaren van de cliënt, overleg op welke wijze u tegemoet kunt komen aan deze bezwaren;
  • is dat niet mogelijk, weeg de bezwaren dan af tegen de noodzaak om uw cliënt of zijn gezinslid te beschermen tegen het geweld of de kindermishandeling. Betrek in uw afweging de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de cliënt of zijn gezinslid door het doen van een melding daartegen te beschermen;
  • doe een melding indien naar uw oordeel de bescherming van de cliënt of zijn gezinslid de doorslag moet geven.

Van contacten met de cliënt over de melding kunt u afzien:

  • als er concrete aanwijzingen zijn dat de veiligheid van de cliënt, die van u zelf, of die van een ander in het geding is, of zou kunnen zijn;
  • als u goede redenen hebt om te veronderstellen dat de cliënt daardoor het contact met u zal verbreken.